Een sierlijke boom die bloeit met heerlijk geurende bloemen en die ook nog eens smakelijk fruit produceert. Wie wil er nu geen loquatboom in de tuin?

Naamgeving en oorsprong

De loquat heet in het Nederlands Japanse mispel, wolmispel of neffel. Ook het Portugees heeft verschillende namen voor de vruchten: ameixa-amarela (gele pruim), ameixa japonesa (Japanse pruim), nêspera (mispel), manganório, mangnório of magnólio. De laatste drie namen worden in Noord-Portugal gebruikt en lijken te verwijzen naar de magnolia.

Deze fruitboom is echter geen mispel, pruim of magnolia. Hij heet Eriobotrya japonica en komt oorspronkelijk uit China. Het is een kleine boom met een korte stam en een ronde kroon. Hij wordt tot 10 meter hoog en heeft langwerpige, viltige bladeren die het hele jaar aan de boom blijven.

Vanuit China kwam de boom in Japan waar hij al meer dan duizend jaar wordt gekweekt. Japan is dan ook de grootste producent van het fruit, gevolgd door Israël en Brazilië. In China en Taiwan worden de vruchten ook ingeblikt.

Maart: bijna rijpe loquatvruchten tegen een blauwe hemel in Tavira.
Bijna rijp, 21 maart 2018. Foto Maja Kersten

Groei en bloei

De loquat groeit het best in een subtropisch klimaat, dus in alle landen rond de Middellandse Zee. Maar ook in een Nederlandse tuin wil deze exotische boom op een beschutte plek wel groeien. Ik had een exemplaar in mijn Amsterdamse volkstuin die na een aantal jaar zelfs bloeide. Fruit kun je in het Nederlandse klimaat niet verwachten. De boom bloeit namelijk in de herfst of in het begin van de winter. Nederlandse bijen en andere bestuivende insecten zijn dan in winterslaap. De bloemen zullen dus niet bevrucht worden. De bijen in Portugal daarentegen zijn dankbaar voor het stuifmeel en de nectar die de boom zo laat in het seizoen levert. Ze komen massaal op de bloeiende bomen af en zorgen voor een goede vruchtzetting.

December: bloemen van de loquatboom.
Bloeiende loquatboom op 8 december 2017. Foto Maja Kersten

De boom is makkelijk in cultuur. Hij kan, nadat het fruit geplukt is, gesnoeid worden om hem compact te houden. In Tavira groeit hij niet alleen als sierboom in tuinen, maar wordt hij ook als straatboom aangeplant. Als je zoals ik geen tuin hebt, kun je de vruchten dus ″in het wild″ plukken. Op de markt zie je ze soms, aangeboden door lokale producenten. Voor de handel worden ze niet of nauwelijks gekweekt. Als je het fruit al in de supermarkt ziet liggen, komt het uit Spanje of Italië.

Vruchten

Zo′n drie maanden na de bloei zijn de vruchtjes rijp. Ze zijn ovaal van vorm, zo’n drie tot zeven centimeter lang en oranje of geel van kleur. De smaak is zoetzuur. Je kunt ze zo uit de hand eten of verwerken in fruitsalades, taarten en toetjes. Ook kun je er jam, gelei, compote of chutney van maken. Het is gezond fruit, vol vitamines en mineralen. De vruchten hebben in het midden 2 tot 5 grote, bruine pitten die licht giftig en dus niet eetbaar zijn. Wel kun je van de pitten een amaretto-achtige likeur maken.

Wil je de vruchtjes in Nederland proeven? Ga dan naar een Turkse of Marokkaanse winkel. De Turken hebben een mooie naam voor het fruit: yeni dünya, ofwel nieuwe wereld. Misschien verwijst de naam naar het feit dat dit fruit als eerste in het voorjaar wordt geplukt. Marokkanen noemen de vruchten lamzah. Laat je niet afschrikken door bruine plekjes op de schil, die geven aan dat het fruit goed rijp is. De schil kun je er makkelijk afpellen.

Recept

Heb je een loquatboom in je Portugese tuin en vraag je je af wat je met al die vruchtjes aan moet? Dan is het een idee om er een paar potten chutney van te maken. Lekker bij de barbecue, op hamburgers, met kebab, bij oosterse gerechten of op de boterham. En leuk om cadeau te doen, natuurlijk. Hieronder een recept.

Vijf potjes chutney van loquatvruchten tegen een bergachtige achtergrond.
Het resultaat. Foto Winy Schalke

Chutney van loquatvruchten

  • 1 kilo loquatvruchten
  • 1 pond uien
  • een grote appel
  • 1 pond suiker
  • 2 theelepels mosterd
  • 2 theelepels zeezout
  • 1 theelepel kerrie
  • 2 eetlepels verse gember in fijne reepjes
  • 0,25 liter appelazijn
  • 0,25 liter water
  • een hand rozijnen
  • piri piri, sambal of cayennepeper naar smaak

Was de loquats, snijd ze doormidden, verwijder de pitten en de velletjes uit de kern. Snijd ze in stukjes, je hoeft ze niet te schillen. Doe hetzelfde met de appel en snipper de uien. Doe alle ingrediënten in een pan en laat een tot anderhalf uur koken op zacht vuur. Af en toe roeren om te voorkomen dat de massa aan de bodem blijft plakken. De chutney nog warm in schone potten scheppen. De potten afsluiten en ondersteboven laten afkoelen. Op een koele en droge plek tot 6 maanden te bewaren.

10 Replies to “De loquatboom”

  1. De bloemen geuren sterk naar vanille! Heerlijk!
    Wordt idd. heel druk bezocht door bijen en hommels.
    Stop een paar goede pitten in wat potgrond en je kweekt heel gemakkelijk nieuwe loquatbomen, die kun je aan vrienden of je buren kado doen!

  2. Wat een verrassende informatie biedt dit artikel over de nêspera. Heerlijke vitaminebommetjes die ik vanzelfsprekend aantrof en consumeerde in Portugal en Frankrijk, in het wild of bij de groenteman. Dat het hier de ‘oerhollandse’ mispel betrof is nooit eerder bij me opgekomen. Dat valt voor mij onder de categorie ‘vergeten fruit’.
    Als jonge twintiger logeerde ik regelmatig op de Sint Jansberg in Noord-Limburg. Daar lag het voormalige jachtslot van de baron van Verschuere. Het kweken en planten van exotische bomen en planten was een hobby van de oude baron en zo kon het gebeuren dat ik verlaten druivenkassen, een verwilderde kers, maar ook een mispelboom aantrof tijdens mijn vele wandelingen. Deze vrucht deed zijn naam eer aan want ze was eetbaar in het vroege voorjaar als de nachtvorst eroverheen was gegaan. Zo rot als een mispel was de gangbare omschrijving maar die was niet geheel terecht. De smaak was het meest vergelijkbaar met een melig droog appeltje, volledig contrasterend met de Zuid-Europese variant.
    Inmiddels heb ik in Pedrógão Pequeno mijn derde nespereira geplant en zal met nog meer plezier hier de vruchten van waarderen. Per slot van rekening is er met dit verhaal een brug geslagen die vijftig jaar van mijn leven heeft overspannen. Dank voor deze bijdrage.

  3. Wat een mooi verhaal weer Maja. En leuk dat je het recept van chutney erbij gedaan hebt. Toevallig had ik net appelchutney gemaakt. Ook lekker. Ik ga kijken of ik loquats hier in de buurt kan vinden. Hartelijke groet Olga

  4. Hallo Maja,
    Ik heb je recept uitgeprobeerd. De hoeveelheden heb ik precies zo genomen als jij schrijft. Na 1,5 uur zachtjes koken (met de deksel op de pan) is de chutney nog erg vloeibaar. Sap met stukjes erin. Daarom heb ik het kort gepureerd met de staafmixer. Na afkoelen is het nog steeds vrij dun. Te dun om op brood te doen. Misschien moet er iets minder water en/of azijn in? Maar de smaak is heerlijk! Vandaag proefden we het op gebraden kip met basmatirijst, echt super lekker. Het recept is voor 6 jampotten chutney. Ik heb mijn foto van (een deel van) het resultaat onder je bericht gezet.

    1. He wat jammer nou, Winy. Ik kan niet meer terugvinden waar ik het recept vandaan had en of ik een fout heb gemaakt. Wel zie ik in de meeste recepten dat er minder vocht wordt toegevoegd. Je hebt er nu niets meer aan, maar als je tijdens het koken het deksel van de pan haalt, kookt het meer in. Is het een idee om de hoeveelheid vocht in het recept te halveren (2,5 dl water en 2,5 dl appelazijn)? De foto is prachtig: dat uitzicht en die professionele etiketten!

      1. Het is niet echt een probleem want de chutney is heerlijk. Vooral over vis. Dus het is zeker niet mislukt. Ik heb de hoeveelheid vocht aangepast (dus 0,25 liter water en 0,25 liter azijn i.p.v. een halve liter van elk) in het recept hierboven, en dan probeer ik het volgend jaar nog eens.

    2. Ik heb vandaag de chutney gemaakt. Tijdens het koken heb ik er 500 ml vocht uitgehaald omdat het veel te dun bleef en een schijfje citroen erbij gedaan voor wat frissere smaak. Volgende keer neem ik minder suiker…maar ja smaken verschillen natuurlijk. Chutney zit nu in de potten en smaakt heerlijk!
      Bedankt voor het leuke recept!

  5. Ik woon midden tussen de nêsperas in Spanje.. Het dorp waar ik woon, heet Callosa d’en Sarria en is bekend om zijn nêspera teelt. Als de vruchten rijp zijn, is het hele dorp actief en iedereen helpt iedereen mee. De vruchten zijn zeer kwetsbaar en dat heeft als nadeel dat ik vanaf de stoel waar ik nu zit, uitkijk op grote lappen gaasdoek die de nêsperas moeten beschermen tegen de wind, harde regens, vogels. Het klimaat hier is heel droog. Soms valt er in maanden geen drup regen. Maar er is een ingenieus systeem van waterlopen en die zorgt ervoor dat alle boeren water krijgen vanuit de bronnen van o.a. Fonts d’Algar.
    De waterlopen (acequia) zijn allemaal aangelegd door de Moren en eeuwenoud. In het voorjaar wandel ik elke avond door de Campo en pluk de heerlijke vruchten van de gaarden die niet worden onderhouden (en dus ook niet bespoten).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *