Gerrit Komrij (1944 – 2012) was begin deze eeuw 4 jaar lang dichter des Nederlands maar woonde die gehele periode in Portugal. De woordtovenaar emigreerde al in 1984 en doopte op afstand zijn vaderland sarcastisch “Absurdistan”. Dat terwijl indertijd Portugal een grote inhaalslag moest maken, na veertig jaar van remmende dictatuur. In 1984 waren er nog nauwelijks snelwegen en geen kabeltelevisie. Laat staan internet. In Vila Pouca da Beira al helemaal niet. Maar het leven was er best. Komrij is nooit meer terugverhuisd.

Over Vila Pouca

Vila Pouca is een dorpje ergens midden in Portugal. Met 250 inwoners is een gehucht in Nederland helemaal niks maar in Portugal heeft het nog gewoon een café (of twee) en een minimercado. Volgens Komrij zijn er overigens maar 86 inwoners. Ik ken Vila Pouca goed, al ben ik er nooit geweest. Het lijkt als twee druppels op het dorpje van mijn oma. Gerrit Komrij schrijft er liefkozend over. Ook als hij kritisch is, proef je de affectie in zijn regels. Komrij woonde van 1988 tot aan zijn dood in 2012 in Vila Pouca.

Foto van hotel Convento do Desagravo in Vila Pouca, het "Grote Hotel" waar Komrij het in het boek steeds over heeft.
Hotel Convento do Desagravo in Vila Pouca, het “Grote Hotel” waar Komrij het in het boek steeds over heeft. Foto José Barreiro

Over Absurdistan

Als je een poos niet meer in het kikkerlandje woont, zie je steeds scherper wat een rare gewoonten er heersen. De mini-oorlog bij de jaarwisseling is er een van. Of de Eerste Kamer. Of Zwarte Piet. Of het vingertje opheffen. Nederlanders denken dat een Portugees te laat komt. Terwijl Nederlanders zelf steeds heel onbeleefd te vroeg komen. De Nederlander maakt zich druk, de Portugees niet. Die gaat rustig eerst even koffiedrinken en weet dat er straks een warme lunch staat te wachten. Met een karaf wijn, ook doordeweeks ja. Calvijn draait zich om in zijn graf.

Over het boek

Dorpjes als Vila Pouca zijn er vele. Komrij woonde er decennialang. Er zijn veel boeken over Portugal geschreven maar weinig zo tekenend als dit. Verplichte kost voor iedere immigrant en overwinteraar. Het is niet een boek wat je even scannend snel uitleest. Ieder woord is raak. Die twee tientjes zijn goed voor vele uren tijdverdrijf (of koop het papierloos voor de helft of minder).

Tafel met boek Vila Pouca en koffiekop met blauwgele Visa Alegre print
Foto Cees Groenewegen

Over Komrij

Ik heb twee keer de eer gehad met Gerrit Komrij in een vliegtuig te zitten. Van Porto naar Nederland. Zijn levenspartner en hij hadden allebei een dure Rimowa-rolkoffer, ik een saaie zakentrolley. Ik heb de meester nooit durven aanspreken. Ik vroeg me wel af of je wel taalkunstenaar kunt zijn als je niet in je taalgebied woont. Ja dus, weet ik nu. Ik maak nog steeds kans.

Over emigreren

In 1984 was emigreren naar Portugal echt een opgave. In deze moderne tijd van Europese Unie en internet nauwelijks nog. Een ieder kan dus in de voetsporen van Komrij treden. En waarom zou je niet?

Citaat

Er zijn veel citeerwaardige zinnen en passages in Vila Pouca, maar ik kan niet het hele boek overschrijven. Volstrekt willekeurig kies ik er slechts een:
“Portugezen zijn op hun best, ja briljant, als ze kunnen herstellen wat ze ook hadden kunnen voorkomen. Nederlanders, op alles voorbereid, krijgen nooit de kans te ontdekken dat ze niet briljant zijn”.

Foto van Komtij uit 1994. voor zijn huis in Vila Pouca.
Gerrit Komrij voor zijn huis in Vila Pouca da Beira. Foto Michiel Hendryckx

Nog een citaat

Vooruit, nog eentje dan: “Een op de tien instromende Nederlanders wordt, schat ik, zelf makelaar. Zodra ze een paar woordjes Portugees onder de knie hebben beginnen ze in huizen te doen. Ook in een geheel vernieuwd leven verdampt de drang van Nederlanders om elkaar te besodemieteren niet.”

8 Replies to “Vila Pouca en Absurdistan”

  1. Bom dia Cees,
    Dank voor je aandacht voor Gerrit Komrij! Ik ben het helemaal met je eens dat Komrij verplichte kost is voor mensen die naar Portugal willen emigreren, en vooral voor iedereen die ook écht wil integreren. Ook al wordt je als buitenlander nooit helemaal Portugees, je kunt wél je best doen om de Portugezen te begrijpen. Gasten die wij in onze B&B te gast krijgen en tijdens hun verblijf ook meteen wilde plannen krijgen om naar Portugal te emigreren, adviseren we in ieder geval twee dingen; begin Portugees te leren en bezoek meerdere keren en in alle seizoenen het gebied waar je je wilt vestigen. In de zomer lijkt alles geweldig, maar in de winter is het andere koek. Ook adviseren we om de boeken van Komrij te lezen, ook ” Over de bergen” (gaat over zijn eerste jaren in Tras-os Montes) en” Zakenlunch in Sintra”.

  2. Ik ben een une petite belge en woon in Portugal sinds ’84 , mijn zoon, half Belg, half Portugees nu met 25 jaartjes, zegt me vaak, moeder schrijf een boek, zet het op papier, als ik hem soms het een en ander vertel over hoe het hier in Portugal was in die tijd en wat ik allemaal gezien, gehoord en beleefd heb dat maakt niemand meer mee en met alle respect natuurlijk voor de nieuwkomers, maar ik lach mezelf kriek als ik op facebook Nederlanders of Belgen zie vragen waar ze de beste gegrilde kip kunnen kopen en nog veel meer nonsens. Komrij zijn citaat over de Nederlander DIY makelaar, scherp opgemerkt en kloppend als een bus. Ik heb het allemaal zelf uitgezocht en zelf beleefd, vraag nooit naar de bekende …
    Jammer dat ik nooit eerder van Gerrit Komrij gehoord of gelezen heb. Ga zeker op zoek naar zijn boeken.
    Ik begin fan te worden van dit Portugal Portal 😉
    Groetjes
    Valentina

  3. Merkwaardigerwijze wordt in het artikel onvermeld gelaten, dat Komrij niet in Vila Pouca begon, maar in Alvites. Daar is hij, na een idyllisch begin daar, (vrij vertaald), weggepest door zijn dorpsgenoten. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Zijn roman Over de bergen (NL vertaling van de provincie waar hij toen woonde) is overduidelijk autobiografisch geïnspireerd.

  4. We komen er net (alweer) vandaan en bezochten het graf van beiden. Alle villa’s waar Gerrit over rept zijn goed herkenbaar. Het cafeetje Aletenjano is gesloten maar aan de overkant zit er nu een onder dezelfde naam en een andere (ook opvallende) uitbaatster. En de zoon (vermoeden we) van de dominee (zie boek) zagen we er iedere dag……Een glas wijn kost nog steeds 60 cent.
    Het convento, nu Flaghotel, is een prachtig hotel. Vraag een superior kamer met uitzicht op zwembad en de bergen. Nostalgie puur. Goede restaurants vlakbij, o.a.: Artista in Oliveira do H., Tony Moleiros in Tabua, Quinta da Geia in Aldeia das Dez. En de Serra Estrela “om de hoek”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *