Bij kleinzoon Joep gebeurde hetzelfde als bij onze eigen kinderen. Toch was het bij onze eigen kinderen in de vergetelheid geraakt. Joep maakte die herinnering weer wakker. ‘Dat had ik niet begrijpt, opa’.
Het is nu eenmaal zo dat de vorming van nogal wat voltooid deelwoorden niet logisch is en alleen geleerd kan worden door het van volwassenen na te bootsen. Een kind doet dat in een razend tempo. Een half jaar nadat ik Joep verbeterde, sprak hij zonder moeite alle voltooid deelwoorden juist uit.

Foto Pixabay

Bij Portugese kinderen gaat het niet anders. En vanzelfsprekend ook bij de buitenlander die Portugees leert, zij het dat die zich moet behelpen met een boek of lessen.

Over het voltooid deelwoord, speciaal bij onregelmatige werkwoorden

Gelukkig is de grote meerderheid van de werkwoorden regelmatig. Het voltooid deelwoord wordt simpelweg gevormd bij werkwoorden eindigend op –ar door –ado (falar, falado) en de werkwoorden eindigend op –er en –ir door–ido (beber, bebido en partir, partido). Buitenissig zijn een dozijn werkwoorden die weliswaar zeer vaak worden gebruikt, zoals fazer, dizer, ver.
Maar even pas op de plaats. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Waarom een voltooid deelwoord gebruiken? Want bij een voltooid deelwoord hoort ook een hulpwerkwoord. Bijvoorbeeld met ter (hebben) wordt het tenho falado, ik heb gesproken, tinha falado, ik had gesproken en terei falado, ik zou gesproken hebben. Constructies die toch te vermijden zijn in het spraakgebruik, door gewoon de tegenwoordige of verleden tijd te gebruiken Eu falo, eu falei.
Maar voor de doorzetters is er geen genade! Er volgen nog andere hobbels voor de Portugeeslerende. En dat heeft te maken met het dubbelkarakter van het voltooid deelwoord. Dat deelwoord kan namelijk actief of passief zijn. Net als in het Nederlands. ‘Ik heb geschreven’ is de actieve vorm, ‘de roman werd geschreven’ is de passieve. Bij de passieve vorm gebruiken we dus het hulpwerkwoord zijn ser. A casa foi vendida, het huis werd verkocht.

Luxe of kwellerij

Helaas biedt het Portugees bij een aantal werkwoorden de luxe (nou ja, je mag het ook kwellerij noemen) dat er bij de passieve vorm een onregelmatig voltooid deelwoord wordt gevormd.
Neem het werkwoord acender, aansteken. Ik heb het licht aangedaan tinha acendido a luz maar het licht werd aangedaan is a luz foi acesa. Of bij het werkwoord entregar (aangeven). Teríamos entregado a mensagem wij hebben de boodschap overgebracht, maar a mensagem foi entregue, de boodschap werd overgebracht. En daarom hoor je ook in Portugal, wanneer je bij het afscheid zegt Cumprimentos em casa (groeten thuis) het antwoord serão entregues.
En om af te sluiten met nog een kwelgeest: bij het werkwoord romper (verscheuren, breken) komen in de passieve wijze beide vormen voor, naargelang de samenhang. Het is rompido/a in overdrachtelijke zin relações rompidas (verbroken relaties) en roto/a bij concrete voorwerpen (bijvoorbeeld kleding). Kijk maar naar de plaatsnaam Manta Rota in de Oost-Algarve. Maar wélke mantel daar ooit verscheurd werd …?
Dit is deel 22 uit de serie ’Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie ′essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *