Charles Darwin zei: “Wie reist behoort eigenlijk botanicus te zijn, want het zijn de planten die elke aanblik verfraaien.” Ik ben niet zo’n reiziger, maar ik houd wel van planten. Toen ik nog niet in de Algarve woonde, maar er slechts mijn vakanties doorbracht, had ik aan de vooravond van de terugreis naar Amsterdam altijd het gevoel dat ik de palmen zou missen.

Wat zijn dat bijzondere bomen, majestueus maar ook rank, slank en buigzaam in de wind. De dadelpalmen die het centrum van Tavira opsieren, herbergen ook nog eens veel andere vormen van leven. Er groeien planten uit de bladoksels en gierzwaluwen hebben er hun nesten in.

Een bijzondere plant

Palmen (Palmae) hebben geen takken. Ze hebben geen jaarringen. Ze groeien in de lengte en niet in de breedte en krijgen niet, zoals loofbomen, een steeds dikkere stam. Ze dragen hun bladeren aan de top van de stam. Midden in de bladerkroon groeien de bloemen en later de vruchten. Palmen kun je niet snoeien of stekken.

De groeitop is belangrijk voor de ontwikkeling van de plant, maar het is ook een smakelijk hapje voor dier en mens. De verdediging van dit tere orgaan was dan ook een bepalende factor in de evolutie van de plant. De meeste palmen hebben stekels op de bladstelen ontwikkeld om de groeitop te beschermen, behalve die op afgelegen eilanden in de Indische Oceaan waar geen zoogdieren zijn.
Het voor de mens smakelijke hapje is palmhart, het binnenste van jonge palmbomen van de soorten kokospalm, palmito-juçara, açai, sabal en pejibaye veelal gekweekt in Brazilië.

Voordat een palm in de hoogte kan gaan groeien, moet zich eerst een groeitop gevormd hebben op een basis die even breed is als de stam later kan zijn. Sommige palmen hebben een dunne stam, maar er zijn er die een stam van wel twee meter dik kunnen hebben. Dat betekent dat de plant zes of zeven jaar tegen de grond gedrukt zit als een bladrozet. In deze vorm is hij het kwetsbaarst voor opeten door dieren. De groeitop zit dan ook diep verborgen tussen stijve bladeren met stekelige stelen.

Tegen de grond 'zittende' palmen die nog geen stam hebben.
Tegen de grond zittende palmen bij het Sint Bernardusklooster in Tavira. Foto Maja Kersten

Uit de groeitop komen gele bloemen in een tros die, na bestuiving, rijpen tot zware trossen bessen die klein (dadels) maar ook groot (kokosnoten) kunnen zijn.

Warmteminnaars

Palmen komen voornamelijk voor in de tropen in een brede strook aan weerszijden van de evenaar waar het het hele jaar warm genoeg is. Er zijn wel 2400 soorten palmen. Het Middellandse Zeegebied heeft twee ‘eigen’ soorten: de Europese waaierpalm (Chamaerops humilis) en de Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis).

De Europese waaierpalm heeft waaiervormige bladeren, de dadelpalm heeft geveerd blad, zoals de meeste palmen. De Canarische dadelpalm verdraagt meer kou kan tot 10 meter hoog worden.
Sommige palmen uit Brazilië en Australië groeien goed in het Middellandse Zeegebied.

Kamerplanten

Een aantal palmen kennen we als kamerplanten voor de warme huiskamer. Dat zijn bijvoorbeeld de Goudpalm (Areca lutescens of Chrysalidocarpus), de Kokospalm (Cocos nucifera), de Kentiapalm (Howeia forsteriana), de Waaierpalm (Licuala grandis), de Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis) en de Washingtonia filifera een palm uit Californië.

Ik heb ooit uit een dadelpit een palm in een pot gekweekt. Hij groeide niet snel, maar werd toch op een gegeven moment te groot voor de huiskamer. Als je een tuin hebt, kun je een palm als kuipplant behandelen en ’s zomers buitenzetten. Overwinteren moet hij dan echter weer binnen in een ruimte die licht en warm is.

Portugese palm

De Europese waaierpalm of dwergpalm is inheems in Portugal. Hij heet in het Portugees: Palmeira anã of Palmeiradasvassouras.

De in Portugal inheemse Europese Waaierpalm.
Europese waaierpalm in bloei. Foto Maja Kersten

Hij groeit struikachtig soms met meerdere stammen naast elkaar en wordt niet hoog. Vorst kan hij niet verdragen, maar hij is resistent tegen vuur en kan op arme en rotsgronden groeien. Zijn fruit is voor de mens niet eetbaar, maar wordt wel medicinaal gebruikt. Dieren die het fruit eten, zorgen voor de verspreiding van de zaden. In Andalusië wordt de gom uit de vruchten in voedsel gebruikt. De vezels worden gebruikt bij het maken van rieten matten, borstels en touw.

De Canarische dadelpalm groeit langzaam.
Dadelpalm. Foto Maja Kersten

Een dadelpalm werd in Portugal vroeger bij grote landerijen aangeplant om te laten zien dat de eigenaar in de koloniën was geweest. Hij groeit langzaam, een boom van 10 meter kan al 100 jaar oud zijn.

In de jaren ’50 werden dadelpalmen en andere palmen volop aangeplant in Zuid-Europa. Het toerisme kwam op gang en het zuiden kon zich op die manier meten met exotische bestemmingen. Zodoende groeien er veel soorten palmen in de Algarve.

Palmkever

De Rode palmkever (Rhynchophorus ferrugineus) is een kever van 2-5 centimeter uit Zuidoost-Azië die zijn eitjes op palmbomen afzet. De larven vreten gangen door het hout van soms wel een meter lang. Dit wordt de palmboom uiteindelijk fataal: een langzame dood. Door de handel in palmen verspreidt de kever zich en is bezig aan een wereldwijde opmars. Bestrijding is heel moeilijk. In 2007 werd de schade voor het eerst duidelijk in de Algarve, de meest aangetaste palm is de dadelpalm die ook het meest aangeplant is in de Algarve.

Bron: Hugh Johnson: Het bomenboek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *