Portugal is een prachtig land, Portugezen zijn over het algemeen aardige mensen zonder stress en het klimaat is heerlijk. Ik hoor u vragen: “Wat heb je dan nog te zeuren?” Nou, eigenlijk niets. We wonen hier met heel veel plezier! Er is alleen dat kleinigheidje van de taal. Om te integreren en qua werk te kunnen functioneren is het toch wel handig als je je verstaanbaar kunt maken. Ik kan u verzekeren dat het onbegonnen werk is alle Portugezen het Nederlands bij te brengen.

Natuurlijk zijn er steeds meer Portugezen die Engels spreken, vooral de jongere generatie. Dat is soms makkelijk, maar niet altijd bevredigend. Veel Nederlanders zijn nu eenmaal gewend om, als ze in het buitenland zijn, de taal van dat land te spreken. Dat zal wel te maken hebben met de handelsgeest uit de Gouden Eeuw. Als je de taal sprak, had je een voorsprong op de concurrentie.

Die taalvoorsprong van veel Nederlanders heeft ook te maken met het vroegere Nederlandse onderwijs. Ik heb het over de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Buiten gedegen Nederlands kreeg ik vanaf de vierde klas lagere school Engels, in de vijfde kwam daar Duits bij en in de zesde klas Frans. Na de lagere school maakte ik zelfs nog een blauwe maandag kennis met Grieks en Latijn. Het enige wat ik van die laatste taal nog weet is ‘Ad fundum’ (tot de bodem), te gebruiken tijdens een zuipfestijn en ‘Lectori salutem’ (den lezer heil), afgekort L.S. Dat was heel vroeger de aanhef van een brief aan een onbekende. Tegenwoordig is het ‘Hoi’ of ‘Hi’. Ja, zo kan het natuurlijk ook.

Terug naar het probleem van het Portugees. Dat is een Romaanse taal, net als het Frans, Spaans, Italiaans en vreemd genoeg ook het Roemeens. Hoewel: Roemeens en Romaans lijkt wel verdacht veel op elkaar. De oorsprong van het Romaans is het Latijn. Dit in tegenstelling tot de Germaanse talen, waar ik mee opgroeide. Naast Nederlands horen ook Engels, Duits, Deens, Noors en Zweeds tot die groep. Zelfs het Zuid-Afrikaans is verwant, maar dat zal wel komen door de vroegere Nederlandse invloed aldaar. Het is dus geen wonder dat ik geen probleem heb met Engels en Duits, hoewel ik geen hout snap van het Knäckebröds dat in Scandinavië gesproken wordt.

Als je gaat emigreren is het een eerste vereiste dat je de taal van het land leert. Wij onderschatten het belang daarvan min of meer: “Ze zullen ook wel Engels spreken”. Ik vroeg voor de zekerheid nog wel een schriftelijke cursus aan, maar daar kwam niet veel van terecht. De tijd tussen “Zullen we naar Portugal gaan?” en de daadwerkelijke emigratie was te kort (drie maanden) en te druk door het afscheid nemen, regelen en inpakken.

In ons tweede jaar hier heb ik nog wel op Portugese les gezeten bij een tandarts, die vele jaren in Nederland had gewoond. Nee lezer, die cursus was niet tijdens de behandeling van mijn gebit. Eigenlijk had ik geen tijd voor een cursus door de drukte in mijn bedrijfje. Bovendien waren we toen al in de vijftig, en dan neem je dit soort dingen lang niet meer zo snel in je op dan als je nog jeugdig bent. De hersens roesten naarmate je ouder wordt.

Al met al was voor ons de enige optie de taal tijdens het werk van de straat oppikken. Dan ga je dus net zo praten als een asielzoeker die net in Nederland is aangekomen: “Ikke niet snap” in plaats van “Ik begrijp u niet”.

Het voordeel is wel dat Portugezen een soort trots zijn als buitenlanders hun taal proberen te spreken, hoe krom ook. Maar dat leidt tot het volgende probleem. Als je twee woorden Portugees spreekt beginnen ze meteen in een heel rap tempo een verhaal af te steken. Daar snap jij dus geen bal van. Aan de andere kant zijn ze ook heel gedienstig wat taal betreft. Ondanks dat je ze in een winkel in keurig Portugees aanspreekt en je bestelling doet, noemen ze het eindbedrag in het Engels. Ze zien aan je kop dat je geen inboorling bent. Is dat voorkomendheid of een verholen manier om je te laten merken dat je toch buitenlander blijft? Of proberen ze hun eigen Engels op peil te houden? Ik ben er nog steeds niet achter.

Dat rappe spreken van een Portugees is het grootste probleem. Met een krant heb ik niet zoveel moeite. Je kunt elk woord gewoon lezen en dat gaat mij redelijk goed af. Die spreeksnelheid is wel verklaarbaar. Waar het Nederlands één woord voor een bepaald onderwerp heeft, wordt dat in het Portugees ruim omschreven. Als voorbeeld: bouwbedrijf is ‘empresa de construção’ en woonkamer is ‘sala de estar’. Dat zijn dus drie Portugese woorden, waar het Nederlands er een voor heeft. Omdat het journaal hier ook ongeveer vijfentwintig minuten duurt, moet de nieuwslezer drie keer zo snel spreken om binnen die tijd zijn verhaal af te steken. Daarom is het voor ons zo moeilijk te volgen.

In het begin leek het ons een goede zet op de Portugese TV naar films te kijken. Dan luister je naar de Engelse tekst en leest de Portugese ondertitels. Maar die gaan ook drie keer zo snel. Het resultaat is dat je oren, ogen en hersens zo druk zijn dat je geen bal van de film zelf ziet. Ook geen oplossing dus. Dus moet je de taal van de straat oppikken. Daar schuilt echter, zeker in de Algarve, een gevaar in. Veel woorden worden namelijk half ingeslikt. Je hoort iemand zeggen ‘Talog’. Bij nader onderzoek blijkt dat te betekenen ‘Até logo’: tot ziens. Ook ‘Faar’ is zo´n leuke. Ze bedoelen Faro, de hoofdstad van de Algarve. Hoezo, de taal van de straat oppikken?

Soms zijn er ook nog verschillen tussen begrippen in de Algarve en de rest van Portugal. Op het terras van het café waar mijn vrouw werkt, bestelden mensen uit Lissabon op zeker moment bij haar een ‘vino’. Het klonk precies hetzelfde als ‘vinho’. Dat is wijn. Dus ze vroeg of het rood, rosé of wit moest zijn. Bleken ze bier te bedoelen! Weer wat geleerd. Natuurlijk zijn er ook veel woorden met meerdere betekenissen, zoals ‘chave’. Dat kan zowel sleutel, schroevendraaier als wachtwoord betekenen. Bovendien kent het Portugees de letters k, w en y niet, alleen in buitenlandse woorden. Verwarrend allemaal.

Haan
Foto Pexels, Pixabay

Maar het meest verwarrende vind ik de geschiedenis over kippen. Even voor de goede orde: je hebt kippen en hanen, maar dat zal voor u geen nieuws zijn. In het Portugees eindigen vrouwelijke woorden, enkele uitzonderingen daar gelaten, op ‘a’ en mannelijke op ‘o’. ‘Franga’ is een jonge kip en ‘frango’ een jonge haan. Tot zover niets moeilijks aan. Maar dan komt de ‘galinha’ om de hoek. Dat is een oudere kip. ‘Galinho’ bestaat niet. Dat zou inhouden dat er in Portugal geen oude hanen bestaan. Kletskoek! Onze oude buurman Joseph is negentig, maar nog zo hanig als een vent van vijfentwintig.

Buurman Joseph
Onze buurman Joseph. Foto João Pera

Het wordt nog gekker als je kippensoep wilt hebben. Dat is ‘sopa de galinha’. Dit impliceert dat er in de soepfabriek eerst degelijk seksueel onderzoek wordt gedaan om te voorkomen dat er per ongeluk een ouwe haan in de kookpotten terecht komt. M’n zolen! Als je vraagt om ‘sopa de frango’ zien ze je aan voor dierenbeul. Je doet toch geen jonge hanen in de soep! Die hanen zijn broodnodig voor de voortplanting. Overigens staat er op een pakje kippensoep ‘canja de galinha’.

Bij de slager liggen ook kippen. Meestal van die vette afgeleefde dooie vogels met meer dan 10.000 vlieguren. Jawel: de kippen vliegen hier nog! Past u maar op als u hier bent: ze vliegen heel laag. Als je bij de slager in je onwetendheid vraagt naar ‘galinha’ kunnen er twee dingen gebeuren. Een hulpvaardige slager zoekt al zijn koelvitrines na teneinde dit onbekende beest te vinden. Andere slagers wijzen gewoon naar hun voorhoofd. Het is ‘frango’ bij de slager: een jonge haan. Jonge kippen heeft hij niet. Of hij doet niet aan sexen, dat kan natuurlijk ook.

Nog twee leuke. Kippenborst is ‘peito de frango’. Ik heb altijd gedacht dat tietjes in de natuur aan het vrouwelijk geslacht waren voorbehouden. Hoewel: vogels hebben helemaal geen tietjes! Een ei heet in Portugal ‘ovo’, mannelijk dus. De haantjes leggen hier de eieren. Als u het nog snapt, reageert u dan even? Leest u deze kippengeschiedenis rustig nog eens door als u het niet meteen begrijpt. Ik heb er elf jaar over gedaan en snap het inconsequente nog steeds niet. Ik denk dat ik volgend jaar maar eens voor poelier ga studeren.

E-book

Dit verhaal komt uit het boek Enkeltje Portugal.  Dit boek is  verkrijgbaar als e-book voor € 9,95. Te bestellen via de website www.joao-pera.com.

6 Replies to “Taalprobleem”

  1. Leuk verhaal. Even inhakend op:
    > bestelden mensen uit Lissabon op zeker moment bij haar een ‘vino’. (…) Bleken ze bier te bedoelen!<
    Ik gok dat de klanten van nog noordelijker kwamen, waar 'um fino' een klein glas tapbier betekent. In Lissabon en omstreken is dat 'um imperial'.
    Of is dat inmiddels veranderd / verschoven? Ik praat wel over een tijdje terug.

  2. Oeps, dat moet zijn: ‘uma imperial’. Het was dus even geleden. Ik ben nu vaker in Brazilië, waar een tapbiertje een ‘chopp’ is. Waar dat nu weer vandaan komt…

  3. Beste,
    Wat zou je aanraden als ik verhuis naar Portugal? De Engelse taal goed onder de knie te hebben of beginnen met Portugees te leren?
    Gr Muriel

  4. Hahahahah heerlijk verhaal met een geweldige humor geschreven. Mijn Portugese ervaringen zijn zowat gelijk, het begrijpemn, het antwoorden en de waterval die je over je heen krijgt. En als je het dan allemaal denkt door te hebben, ga je naar de Algarve, waar ze je mistroostig staan aan te kijken en je een Engels antwoord geven. Wat miste ik daar mijn Portugese buurvrouw, die ze wel van repliek zou hebben gediend.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *