Als ik in Amsterdam ben, loop ik altijd even boekhandel Scheltema* binnen op het Koningsplein. Ik vergaap me aan de enorme rijkdom aan titels maar zoek specifiek naar boeken over Portugal. Het zijn er niet veel in vergelijking met andere landen, maar af en toe heb ik beet.

Foto Júlia OrigePixabay

O Lissabon, mijn thuis

Deze bundel beschouwingen van onder anderen August Willemsen, J. Rentes de Carvalho en Arie Pos over de letterkundige geschiedenis van Lissabon is zo’n aanwinst. Het boek verscheen al in 1995 in Het Oog in ’t Zeil Stedenreeks van uitgeverij Bas Lubberhuizen maar beleefde in 2003 een gewijzigde herdruk.

Niet mals

De letterkundige geschiedenis van Lissabon blijkt oneindig veel meer werk te omvatten dan dat van beroemdheden als Camões, Fernando Pessoa en Slauerhoff. Vermakelijk is het hoofdstuk ‘Drie ontevreden Engelsen in Lissabon’, over William Beckford, Robert Southey en Lord Byron. Terugkerend thema in hun geweeklaag over de stad is het feit dat het ‘boven in huis’ (waar de Engelsen wonen), schoon is, terwijl het ‘beneden’, altijd vies is: ‘We hebben het goed; ons huis is boven echt-Engels schoon, beneden echt-Portugees vuil. Manuel maakt de keuken wel schoon, maar meteen gooit hij weer een lading visschubben op de grond. Deze mensen hebben geen overleg.’

Maar ook Portugese schrijvers waren niet mals. Eça de Queiroz (1845-1900), een groot Portugees schrijver, bekritiseerde met spot en ironie de toestanden in zijn vaderland. In bijna al zijn werken voert hij Lissabon op als personage, toneel of decor, maar de enorme verveling die de stad in zijn greep houdt, de bekrompen intriges en de armoe in de straten, wordt met sarcasme bezien: “Lissabon is een stad van zoetekauwen, zoals Parijs een intellectuele stad is. Parijs schept gedachten en Lissabon gebakjes. Het met deeg, eieren en slagroom gevoede bloed maakt de lijven zwak en de zielen slap.”

Andere schrijvers waren aanzienlijk lovender, zoals J. Slauerhoff, met zijn liefde voor vervallen culturen en de resten van een groots verleden, zijn heimwee naar de roemruchte tijden van zeilschepen, ontdekkers en veroveraars en zijn fatalistisch pessimisme. “Nu weet ik waaraan ik zal sterven: Aan de oevers van de Taag.”

Tweede huid

In O Lissabon, mijn thuis worden beschouwingen over Portugese en buitenlandse schrijvers en dichters gelardeerd met passages uit hun eigen werk. Zo krijgen we een goed beeld van Cesário Verde, door Pessoa beschouwd als diens ‘Meester’, van José Saramago en António Lobo Antunes, van F.C. Terborgh en Antonio Tabucchi, José de Almada Negreiros en José Cardoso Pires. De stad fungeert als decor of voelt als een tweede huid. Sommigen blijven er afstandelijk over en anderen dompelen zich er volledig in onder.

Het boek wisselt taaie kost, zoals het stuk over het Modernisme in de Portugese poëzie tussen 1912 en 1917, af met lichtvoetiger onderpen, zoals dat over de geschiedenis van de azulejos, de typisch Portugese tegels, of over de fado, de niet minder typische liedkunst. Interessant is ook de informatie over de mysterieuze kunstverzamelaar Calouste Gulbenkian. Via Wim Wennekes’ onderzoek – onder andere in het archief van Shell – krijg je een kleurrijk beeld van de oliegigant wiens naam aan zoveel kunstinstellingen in Lissabon is verbonden.

Nachttrein

Sinds O Lissabon, mijn thuis in herdruk verscheen, zijn er alweer tien jaar verlopen en inmiddels is August Willemsen, die het samenstelde, in 2007 overleden. Maar nog altijd appelleert de stad aan de fantasie van schrijvers. Denk alleen maar aan het intrigerende boek Nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier. Ook verscheen onlangs de verloren gewaande roman Bovenlicht uit 1953 van José Saramago in vertaling. Het wordt als de poort naar zijn latere werk beschouwd en speelt zich – waar anders? – af in Lissabon.

Hoe leuk zou het zijn, bedacht ik, om met die boeken in de hand een wandeling te maken door de stad en de beschreven locaties te bezoeken. Een beetje zoals al die toeristen doen met de Da Vinci Code in Parijs. Hierover later meer…

*Sinds 2006 draagt de boekhandel, als onderdeel van de Boekhandels Groep Nederland, de naam selexyz scheltema, maar door het faillissement van het hoofdkantoor van Selexyz wordt de naam Scheltema De Slegte. Na de fusie met De Slegte tot Polare werd de naam Polare Amsterdam voorheen Scheltema.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *