Voor wie aan Portugal denkt is de ‘Algarve’ de naam voor zon en warmte. Voor mij ook, al is dat in de periode dat ik hier woon een beetje bekoeld. Natuurlijk is doorgaans de temperatuur in de Algarve hoger dan in Nederland, maar het kan er toch verbazend guur zijn met onplezierige regenbuien en harde wind. Begin maart was er zo’n periode, waarin zelfs Jessie onze enthousiaste jackrussellterriër met moeite naar buiten was te lokken.
Ook voor zijn baas was het een moeilijke periode, mede omdat een uit Nederland meegebrachte verkoudheid probleemloos de kop weer opstak.
Niemand is dol op een verkoudheid, maar omdat we hier net begonnen waren met het overkappen van een deel van het terras, kwam dat slecht uit. Voor de klus hadden we Pedro ingehuurd, een bouwer uit de Kaapverdische eilanden en een man van weinig woorden.
“Medronho!” zei hij op een gegeven moment out of the blue na weer een uitgebreide hoestsalvo van mij. “Medronho?” herhaalde ik na enig gesnotter. “Sim, são antibióticos!” zei Pedro en bouwde verder. Omdat uitgebreide informatie niet van Pedro te verwachten was, moest ik mijn licht elders opsteken.
Medronho is sterke drank. Aguardente de Medronho of kortweg medronho is een drank, gemaakt van de vruchten van de aardbeiboom. Deze bomen groeien in het wild op de arme gronden van de Alentejo en de Algarve. De vruchten worden verzameld door boeren en vervolgens verwerkt tot medronho, met een alcoholpercentage van bijna 50%. De drank is niet eenvoudig verkrijgbaar. Er zijn maar weinig boeren die een licentie bezitten om het goedje te maken, maar veel boeren maken het en worden bij hun activiteiten gedoogd om de traditie in stand te houden. En daar zit ‘m nou net de kneep.
Er zijn nogal wat verschillen in smaak en gevolgen van het innemen van medronho. Pedro had mij toevertrouwd dat het beste adres om medronho te kopen was bij het plaatsje met de welluidende naam ‘Santa Catarina da Fonte do Bispo’ (Heilige Catarina van de bron van de Bisschop).
Alleen al om de naam ga je uit nieuwsgierigheid ernaartoe, maar ik had natuurlijk een heel ander doel. Na veel vragen en zoeken vond ik de boer met de beste medronho uit de Algarve, volgens Pedro dan. Ik hoopte dat de medronho er beter uitzag dan zijn maker, want het diep gegroefde donkere ongeschoren gelaat van de agrariër stond op oorlog, maar trok een vredige tandeloze lach bij de toverwoorden:”Medronho por favor.”
Hij sjokte weg en kwam terug met een weinig vertrouwenwekkende fles in zijn knuist die hij tegen 18 euro aan mij overhandigde. Normale prijs 10 tot 15 euro, maar met zo’n boer maak je geen ruzie over een paar euro’s.
Thuisgekomen liet ik Pedro trots de fles zien en ik liet hem proeven of het wel de echte was. Gespannen wachtte ik zijn reactie af, toen het bruine vocht zijn keel ingleed. Even later trok hij een tevreden grijns en stak zijn duim omhoog en zei: “É bom medronho.”
Die avond nam ik het medicijn volgens Pedro’s voorschrift in. Pedro bleek een ruimhartig idee te hebben over de benodigde hoeveelheid medronho om de verkoudheid te lijf te gaan.
’s Morgens werd ik wakker met een verschrikkelijke koppijn, maar de verkoudheid was compleet verdwenen.